Vanochtend was ik op Avondlicht met een schilderij van mijn moeder onder de arm. Geen willekeurig schilderij, maar het eerste schilderij waar ze zelf tevreden over was. Ze gaf het aan mij toen ik voor het eerst alleen in een huis woonde, eind jaren ’70. Dan had ik iets moois, iets echts, iets van haar, iets waar zij trots op was. Dan was ze dichtbij. Ze had er haar naam niet onder gezet. Gekken en dwazen zetten hun namen op ramen en glazen.
Ik moest wennen aan het schilderij. Het leven kon mij niet bont genoeg en dit schilderij was daarbij vergeleken flets. Eenmaal aan de muur veranderde de kamer. Ik voelde mijn moeder, haar licht en haar schaduw, haar oog voor het onooglijke, haar aandacht en liefde, ik voelde haar, al was ze er niet. Ik voelde meteen ook dat het moeilijkste moment in mijn leven het moment zou zijn dat zij er niet meer was.
Haar eerste schilderij bevat alle bestanddelen die kenmerkend zijn voor haar. Het is samengesteld uit stille dingen uit haar directe omgeving: een oude aardewerken schaal, een blauwe fles, een kommetje en appels. En schaduw. Voor die schaduw was ze altijd heel lang bezig met licht. Ze manipuleerde de schaduw tot hij viel waar zij hem wilde. Appel en schaduw zijn terugkerende motieven gebleken.
De appel duikt op in tijden van verandering.
Zoals de periode na haar reis naar Brazilie. In de jaren tachtig. Ze ging naar Umberto Franca, een bevriend kunstenaar die met haar en Charlotte Mutsaers en Kees Slegt in dezelfde klas op de Rietveld Academie had gezeten. Ze had een expositie in Rio de Janeiro, kwam op tv en verkocht al haar werk. Van de opbrengst kocht ze een huisje in de bergen voor Umberto en andere kunstenaars. Zo is ze.
Na drie maanden Brazilie verlangde ze naar de groene weilanden van Holland. Die week vielen de bonen van de bomen. Aal raapte vele doppen op, ver voor het moment dat deze doppen werden opgemerkt door bloemisten.
Thuisgekomen in de groene oase kon ze niet meer schilderen zoals voorheen. De dop van de boon werd haar nieuwe motief. Ze heeft zijn vorm en ritme eindeloos geabstraheerd, maar om te beginnen maakte ze een serie schilderijen met deze boon en…. de appel.
Haar laatste stilleven schilderde ze in mijn huidig huis, rond 2006 of was het 2007? Ik weet het niet meer, Aal en ik zijn niet van de jaartallen.
Ze had haar atelier boven in de boerderij, de ruimte die nu mijn atelier is. Ze kwam eens in de paar weken een weekendje schilderen bij ons. Die laatste keer gloeide ze van inspiratie. Ze zag iets nieuws, zei ze.
Ik herinner me letterlijk wat ze me vroeg: ‘Anne, heb jij een appel voor mij?’
Dat de verandering haar komst in mijn huis zou zijn, wisten we niet. Wij dachten niet aan de toekomst.
1 augustus 2008 kwam ze tijdelijk bij ons in huis, toen haar vriendin en huisgenote met spoed naar het ziekenhuis moest. Wij werden teruggeroepen van onze vakantie die net 3 dagen gaande was. Binnen een week was mijn moeders vriendin overleden. Mijn moeder kon niet op zichzelf wonen. Ze was welkom bij ons.
Dat was niet makkelijk. Ze kon niet alleen zijn. Geen moment. Door de ziekte van Parkinson struikelde ze, verdwaalde en zag griezelige waanbeelden. Daar hebben we van alles op gevonden, maar die eerste tijd brachten we elk etmaal van de week samen door. We wandelden in het park, stapje voor stapje, en ik las voor, Martin Bril en haar eigen dagboeken van de vakanties en de Rietveld.
Ze had een voorzienige blik en zei ‘Anne, als ik dement word, stop je me maar in een bejaardenhuis, want dat is geen doen voor jou en ik weet er dan toch niks meer van.’
Ze woont nog steeds bij ons en door haar aanwezigheid heb ik dingen geleerd die ik anders nooit ervaren had. Maar wat was ik blij dat ze 1 ochtend in de week naar Avondlicht mocht, een bejaardenhuis vlakbij. Elke donderdagochtend ging ze en gaat ze, meestal met Andere Anne, haar trouwe hulp vanaf week 6 dat ze bij ons was. Aal doet er mee met de muziek. Aanvankelijk met bravoure. De eerste keer zei ze: ‘Ach, al die ouwe mensjes en die antieke liedjes….’
Met de week vond ze het leuker. Samen lachen om grappen, huilen bij verdriet, en vooral veel samen zingen. Alles onder leiding van Natasja, een stralende duizendpoot met elke week een andere kleurige outfit aan. Aldus Aal. Vijf jaar is het uitstapje naar Avondlicht een lichtpunt in de week.
Het moment is aangebroken iets terug te geven voor al die mooie ochtenden… iets echts van Aal, iets waar ze trots op was, blij mee, iets dat uitdrukking geeft aan haar en haar leven als beeldend kunstenaar…
wordt vervolgd.
19 reacties
Wat een prachtig, ontroerend verhaal en wat schilderde je moeder prachtig!! En wat een respect voor jou heb ik, dat je je moeder in huis hebt opgenomen…
je woorden doen me goed Astrid – dankjewel
Anne, je ontroerd me tot op het bot van mijn ziel.
In alle nuchterheid schrijf je over je moeder, maar er spreekt tussen de woorden zoveel liefde, trots ook ,om wie zij is en was.
Wat heeft ze mooi werk gemaakt, hoe mooi laat jij haar geschiedenis schrijven door haar schilderijen. Wat een groei teken je hier.
Zo liefdevol , jezelf wegcijferend over wat het betekend een zieke moeder in huis te hebben, de zorg die je hebt.
Je schrijft hoe blij zij is met haar ochtend in Avondlicht, heel zachtjes klinkt er ook een beetje jouw opluchting in door, even vrij…….
Jij bent een prachtmens,ik kijk uit naar het vervolg.
liefs dimph
je ontroering komt over, Dimph, ik schreef het nuchter, nu ben ik een beetje dronken van jouw beleving en prikt er iets achter mijn oog…. liefs voor jou
Ach Anne, wat een aangrijpend verhaal en wat een bijzonder leven heeft je moeder gehad – en nog … Wat een kracht spreekt er uit alles wat je over haar vertelt.
Ik vind haar eerste werk echt prachtig, maar dat laatste, waarbij ze wegloopt, is zó veelzeggend!
De appel als rode draad, is dat niet inherent aan het vrouw-zijn, al vanaf dat Eva die trend sette?
Je moeder is een wijze vrouw en jij lijkt op haar, lijkt mij zo. Goed om wat terug te geven, ook voor haarzelf.
Ik ben benieuwd naar het vervolg!
wat zeg je dat mooi, Marjolein, dat ze wegloopt – langs een zijden draad waaraan haar leven hangt…. bijzonder dat ze dat kon uitdrukken – en dat wij dat zien en voelen…
Vooral dat wij dat mogen zien en voelen, Anne. Dat jij dat mag voelen van jouw moeder, dat is een waardevolle erfenis …
Ik heb nooit zo’n band met mijn moeder gehad, wel met mijn vader die mij ook inspireerde. Zijn leven hangt ook aan een zijden draad, dus ik weet hoe het voelt.
Maar zijde is het sterkste garen dat bestaat, net zoals diegenen die er langs lopen en de band die wij met diegenen hebben. Daardoor kunnen wij dat voelen, vermoed ik 🙂
Wat mooi … ik heb even moeten slikken. Graag gelezen, wederom !
lief Mieke…. dankjewel
Misschien Anne, zijn er meer mensen zoals jij. Ik ken ze niet.De wereld zou een stuk beter zijn, anders, zonniger, veiliger. Groet!
oef….
ik heb even gen woorden……
ontroerend schrijven en lees in jou een mooi mens…zoveel liefde die ik hier in je schrijven mag herkennen en die ik ook heb mogen ervaren in mijn ouders…..dat doet wederzijdse liefde 😉
ja, dat is het, wat fijn dat jij dat ervaren hebt – en mij de woorden geeft die soms niet bovendrijven…, dank Willem
Innemend en innige tekst. De schilderijtjes spreken aan opdringend te zijn.
Ha Edgard,
ik moest het 3x lezen
alsof ik de clou miste
zonder…
😉
Hoe synchroon het leven loopt
langs meerdere zijden draden
die elkaar ontmoeten, kruisen, raken.
Jij vandaag .. liefdevol en ontroerend voor en over jouw moeke en over haar in jouw leven.
Gisteren ikzelve .. over jouw moeke en jou voor jou (http://www.yvonnelc-jonkers.com/189961318).
ontroerend mooi en wijs Yvonne,
hartedank…
Oeps Anne, zie nu pas dat je ook gister hebt geschreven over Aal, uwe moederke …
oeps, is dat zo?
vandaag wel
maar dat was gisteren nog morgen….