Auteur & kunstenaar

Iets met pedofielen – deel 6

Iets met pedofielen - deel 6
schilderij van mijn moeder ~ Ali Kolman

Het onvermijdelijke weekend kwam dat ik niet naar Den Haag hoefde en Boekbinder niet naar Dordrecht. Ineens zaten we een heel weekend met elkaar opgescheept. Mijn motto is altijd geweest om van het slechtste het beste te maken, dus verschanste ik me de hele dag ongestoord in zijn studeerkamer, waarmee mijn diploma documentaliste een stuk dichterbij kwam. Eind van de middag kwam hij me opzoeken met een gezicht of hij iets heel leuks voor me in petto had. Het ging om een uitje met zijn oerlelijke, schele vrouw. Hoe vaak hij dat niet zei. Ik snapte niet wat ze bij elkaar zochten. Nou ja, hij kreeg lekker eten en zij een veilig onderkomen. Hij vroeg of ik meeging. Ik had niets beters te doen. Ik moest me feestelijk kleden. Dat werd mijn minirok en iets in mijn haar.
Het uitje begon met een rit naar Nijmegen, ik achterin als het kind van papa en mama. Hij parkeerde op Plein 44 en vervolgens liepen we naar de bioscoop waar een nieuwe Zweedse film draaide met een commune, een sauna, veel matrassen en naakte mensen in heel veel standen. Een openbaring. De kers op de taart moest nog komen. Boekbinder wist waar we wezen moesten, een paar hoeken en straten en daar was de kers al: een gebouw dat kersenrood opgloeide in nachtelijk Nijmegen.

De portier wilde weten of ik wel 18 was, een spannende voorbode van de kers. Boekbinder stond voor mijn leeftijd in, hij zei dat ik zijn nichtje was en daar bovenop legde hij zijn hand vaderlijk op mijn schouder. Hij kocht drie entreebewijzen en daar stapten we over de drempel de hal in. Mijn hart bonsde. Achter de hal was een brede gang als een omgekeerde baarmoedermond: fluwelig rood tapijt en langs plinten en plafond zacht gloeiende rode lampjes. Achter een rood gecapitonneerde deur van formaat school de kers: een glanzend rood zaaltje met een klein podium, een piano en een halve cirkel met gemakkelijke stoelen bezet met grijzende heren in dito kostuums. Diensters in kortere rokjes dan het mijne en nog blotere tieten liepen rond met dienblaadjes met fonkelende glazen waar citroenen op gestoken waren. Boekbinder organiseerde drie stoelen en bestelde een likeurtje, cola en bier. De show begon.

De pianist sloeg wat toetsen aan en als op commando kwam een meisje van mijn leeftijd langzaam maar toch zeker achter een kamerscherm vandaan. Ze was nog niet geheel in de kleren en kwam in haar ondergoed het podium op, waarbij ze kunstig gebruik maakte van veren en haar eigen lange haar, heupwiegend op ellenlange netkousen en naaldhakken. De pianist begon van schrik nogal snel te spelen, waarop zij als trillend riet heen en weer bewoog, waarop de pianist gelukkig inzag dat dit hoogst ongemakkelijk was en iets trager verder ging, zodat zij kalmpjes wiegend met haar smalle heupen zich achter de veren kon verschuilen. Maar niet voor lang. Daar ging de pianist alweer aan de haal met zijn muziek. Het meisje liet de veren vallen en daarna een deel van haar ondergoed dat driedelig bleek te zijn. Ik hoorde Boekbinders ademhaling versnellen en misschien ging die van mij ook anders want zoiets had ik nog nooit meegemaakt. Het meisje danste verder zonder veren en met haar navel ontbloot, vervolgens moest ook haar kanten bh’tje met een zwaai op de grond, uit voorzorg had ze er rode roosjes op geplakt, haar slipje bleek ook uit te kunnen zonder dat ze naakt was, er zat een minuscuul lapje onder dat vreemd genoeg bleef zitten. Ineens hield de piano ermee op. Het meisje boog voorover, pal voor de neus van Boekbinder, raapte haar lapjes en veren op en liep zwierig met haar ranke netkousbenen hooggehakt terug naar het kamerscherm.
Een volgend meisje droeg een Tiroler jurk met ruches en opgestuwde borsten. Zij bleek heel handig met een paal die ik pas zag toen zij er omheen begon te zwieren, waarbij ze zichzelf afpelde tot een kanten broekje en een edelweiss op elke blote borst. Boekbinder leek wel aan de yoga, zo nadrukkelijk ging zijn ademhaling. Zijn vrouw keek schijnbaar naar de muur met haar schele ogen, maar volgens mij hield ze Boekbinder in toom met die loense blik van haar.

Terug in de auto zei Boekbinder dat hij hoopte dat deze avond had bijgedragen aan het verruimen van mijn horizon en vroeg of ik iets nieuws geleerd had van het dansen van deze mooie meisjes.
‘Nee,’ zei ik, ‘ik dans niet op commando, ik dans niet om gezien te worden, ik dans mijn binnenste naar buiten.’
Daar was hij even stil van.
‘En de film?’ vroeg hij.
‘Die vond ik wel inspirerend. Ik wil wel een tijdje in een commune wonen, maar dan wel met zielsverwanten.’
Daar was hij weer even stil van, wat wel handig was, want Nijmegen bleek lastige pleinen en wegen te hebben, vol auto’s met felle autolichten.
‘Wat vond je van de sauna? Ben je daar wel eens in geweest?’
‘Nee,’ zei ik.
‘Heb je iets tegen bloot zwemmen?’
Dat had ik niet.
‘Mijn vrouw en ik gaan geregeld naar zo’n sauna, je komt er herboren uit. Je mag wel een keer met ons mee, dan heb je dat ook eens meegemaakt.’
Dat trok me niet, maar dat hield ik voor me om de avond niet te bederven.

Het weekend erop was Boekbinder op tournee met de meisjes en ik was in Tiel, waar mijn vader goed nieuws had. Een collega wist een kamer voor me bij een muziekleraar in Wageningen, maar daar zat nu nog een student in. Toen ik die zondag terug in Ede was, belde Boekbinder zijn vrouw dat hij die avond niet thuis kwam, we zouden nog horen wat er was. Ik moest Bunschoten bellen dat hij me de volgende ochtend zou ophalen. Bunschoten was bloednieuwsgierig wat er gaande was. Ik zweeg over de zingende zusjes en dat Boekbinder niet thuis was gekomen. Ik zei dat hij ziek was.
Toen ik die middag thuiskwam, was Boekbinder er ook. Hij zag er inderdaad ziek uit, witte kop, grauw zelfs. Het bleek om een lintworm te gaan. Die zat in hem door een hamburger die hij onderweg uit de muur getrokken had. Dat ding moest eruit met behulp van een doos pillen. In mijn verbeelding zag ik overal stukjes lintworm en eitjes, geen deurklink was nog veilig, laat staan de wc, de kopjes waar ik uit dronk en de borden waar ik van at. Ik griezelde ervan. Ik wilde weg.
Alsof de goden me hoorden, belde mijn vader op. De kamer was al vrij, want de studente was gestopt met haar studie op de Landbouw Universiteit en wilde graag dat ik haar kamer op stel en sprong overnam in verband met de huur die zij anders moest betalen. Diezelfde week verhuisde ik naar Wageningen. Zonder lintworm. Zonder weet van het grote geheim van Boekbinder.

Het zou een jaar duren voor ik mijn baan verruilde voor een studie in Arnhem; door de week zat ik op de Pedagogische Academie en zaterdags op de Toneelschool. Ik had een kamer aan de rand van de rosse buurt en was min of meer straatarm. Geen geld voor wat dan ook, een zegen om je creativiteit te ontwikkelen. Zonder radio, tv, telefoon of krant leefde ik bij de dag. Het is een wonder dat net die ene krant uit een prullenbak stak, dat ik hem meenam en op mijn opklapbed in mijn niet verwarmde kamertje opensloeg. Boekbinder! Ik herkende de foto meteen, ondanks het zwarte balkje voor zijn ogen.
Bevend las ik het artikel over B. te E. , een recidivist die zich ditmaal vergrepen had aan drie meisjes. Pas toen ik het artikel tweemaal gelezen had, drong tot me door bij wie ik in huis gewoond had en zag de film terug; de thee op bed, de zingende zusjes, het geheim dat geheim moest blijven, de Zweedse film, de nachtclub en de sauna die me bespaard was.

Ik dacht aan de zingende zusjes, drie jonge meisjes verlangend naar het podium en dan het geluk van een manager die alles voor hen over had. Ik zag het voor me, de reisjes naar Duitsland, de podium-kleren die gepast moesten worden, de douche, het slapen, de thee op bed.

Ik dacht aan mevrouw Boekbinder. Hoe ze nu helemaal alleen in de grote flat zat, zonder man, zonder kostganger. De woonkamer met het ingelijste zigeunermeisje-met-traan, de stenen hondjes op de vensterbank, de grote t.v. waar ze niet graag naar keek met haar pijnlijke ogen, de keuken waar ze zo graag voor ons kookte, de leegte, de stilte, de schande en de schaamte.

Ik dacht aan Boekbinder. Hoe hij in verzekerde bewaring gesteld was. Wat dat ook mocht betekenen.
Van meet af aan vond ik hem wat eigenaardig. Er was ‘iets’ met hem. Hij verschoof grenzen, onmerkbaar bijna. Alsof het gewoon was. Niet voor hun bestwil, mijn bestwil, maar voor bevrediging van zijn behoeften.
Je ziet het pas als je het door hebt.

Lees vanaf het begin:

 

 

Deel dit bericht:

Eva Terra Incognita

Eva Terra Incognita
Te bestellen bij de boekhandel

Sophie - Genius Loci

Sophie - Genius Loci
Te bestellen bij de boekhandel

35 reacties

  1. Dat er iets niet pluis was had ik al snel door, maar ik prijs jouw intelligentie op dit vlak Anne. Wat kende jij jezelf al goed. Je hebt de man subtiel van je af kunnen houden, maar wat verschrikkelijk voor die meisjes.
    Heel goed geschreven!

    1. wat een lieve, begripvolle woorden Jannie – ja, die meisjes, daar denk ik ook aan; ze waren jonger dan ik, wat zou er van hen geworden zijn… Ik ben de dans ontsprongen, heb het geluk gehad dat ik niet meeging in de verschuiving van grenzen – misschien was het eenvoudig zo dat ik op de een of andere manier geen voeding gaf aan zijn behoeften.

  2. Wat een duidelijk lettertype.
    ‘Je ziet het pas als je het door hebt’ dat omvat het hele probleem.
    Hoewel ik niet weet of dit een probleem is.
    Het is zo goed en duidelijk beschreven dat je hiermee het vreemde tegelijk opgelost hebt.
    Het beste maken van iets slechts.
    Doe ik m’n levenlang al
    En zo zijn er meer.
    Daarvoor zijn wij op aarde gezet Anne.

    Liefs! Annette van Voelsprieten

  3. Fijn dat je het goed kunt lezen Annette met de Voelsprieten.
    Jij bent een van de zielsverwanten die ik toentertijd hoopte te ontmoeten in mijn leven.
    Liefs!

  4. Supermooie afloop, voor jou dan.. In je onschuld ben je assertief genoeg geweest om geen slachtoffer te worden van mijnheer B. Prachtig verhaal Anne, dank je wel

    1. Assertief… goh, ja – dat zag ik zelf nog niet – dankjewel Marja, fijn die kwaliteit in mijn jonge zelf te zien.
      Dankjewel voor je aandachtig lezen.

  5. De gluiperd probeerde je er zoetjes aan in te luizen. Zo dienstig en behulpzaam , de gulle vriendelijke oom.. Bah! Mooi duidelijk beeld geef je van die engerd met zijn tovenarij . In sprookjes vorm zou het standaard voorgelezen moeten worden aan kinderen.

    1. Dag Jan, zo te zien heb je mijn hele ervaring nu gelezen, dankjewel voor je dank. Ik hoop dat je nu de essentie van het delen van mijn ervaring met mijn lezers begrepen hebt, en anders lees je die bij Attila en anderen 😉
      Alle goeds.

  6. Wat ‘n geluk van die kamer, maar waarschijnlijk zou je er niet erg veel langer gebleven zijn. Je was onafhankelijk genoeg gelukkig om heel argwanend te worden. Goed geschreven.

    1. Die lintworm was de druppel ~ en de vrijgekomen studentenkamer een uitkomst ~ soms heb je Murphy op bezoek, en soms een beschermengel. Dank voor je compliment.

  7. Anne, wat heb je al jong goed ontwikkelde voelsprietjes gehad en ook, misschien zonder dat je je er bewust van was, een behoudendheid. Gelukkig, het is je bescherming geweest. Voor mij is je verhaal herkenning. Mijn voelsprietjes wisten ook dat er iets was, kon er alleen de vinger niet opleggen. Uiteindelijk ben ik gered door de politie, die kwamen hem ophalen, ik was ermee getrouwd…

    1. O Ellie, wat erg. Je voelt iets maar je wet niet wat, ik herken dat zeker ook. Je kunt niet alles weten wat je voelt en ook niet altijd adequaat reageren. De ervaring met Boekbinder en zijn manier van doen heeft me meermaals uit dreigende situaties gered, maar ook ik tuinde er toch in na al deze goed aflopende ervaringen… en juist met deze veel gevaarlijker man ging ik samenwonen en het was heel erg moeilijk me daaruit te bevrijden – maar het is ons gelukt Ellie…

      1. Anne, wat mooi dat je hier zo ‘open’ over hebt geschreven. En nu je reactie waarin je vertelt dat je er ondanks je ervaring toch intuinde, maar dat intuinen vind ik een naar woord, of beter gezegd, zo zie ik het niet. Deze mensen zijn zo goed in list en bedrog. Ervan bevrijden en daarna ook nog eens loskomen van wat je allemaal hebt meegemaakt is heel zwaar. Ik ben uiteindelijk kunnen vluchten en lang ondergedoken geweest. En het is ons gelukt….jaaaaa!!! xxx

    2. Ellie, wat vreselijk en wat fijn dat je gered werd!
      Ik woonde er naast en was nog een kind – het duurde 7 jaren.
      Sindsdien ‘weet’ ik het van mensen die het ook overkwam en van jou voelde ik het ook meteen.
      Het kost tijd en strijd, maar je komt er uit.
      Jij, Anne, ik en velen met ons. Maar het heeft ons leven wel bemoeilijkt (althans, het mijne wel).
      Fijn dat jij kon ontsnappen xxx

    1. Ik zit nog eens even te mijmeren over ons verschil van beleven bij ‘intuinen’ – leuk dat je het noemt; ik zie ineens hoe dat woord bovenkwam bij mijn ervaring; die begon in een tuin! En niet zomaar een tuin, een kloostertuin.
      Later nog wel eens meer wellicht.
      En wat fijn dat het schilderij je zo aanspreekt; mijn moeder schilderde het toen ze net bij ons woonde en haar werkelijkheid meer en meer werd ingegeven door haar onbewuste… XXX

  8. Ademloos alle delen gelezen. Ik kan en wil er zoveel over zeggen maar mijn bed roept om kwart over twaalf in de nacht. Laat ik het dus maar kort houden door op te merken dat je deze episode uit je leven op een prachtig geschreven manier tot leven hebt gebracht.

    1. Ik ben als altijd benieuwd naar wat jij te melden hebt, daarom lees ik jouw verhalen ook zo graag ~ maar wat je hier zegt, is veel in weinig woorden en doet me goed, Mies.

  9. Djeeeeeeezzz Anne wat heb jij geluk gehad! Je hebt precies de juiste antwoorden gegeven om hem net niet over zijn kling te jagen en zo ben je ondanks alles veilig gebleven.
    “Zich vergrepen”- zo’n goeie term. En dat je het pas ziet als je het weet, ook dat klopt.
    Jij werd behoed voor ellende, dat doet me oprecht deugd xxx

    1. Ja, hier ben ik gelukkig goed uit gekomen ~ ik voel in je woorden hoeveel jij zelf hebt meegemaakt, Marjolein en ook dat je blij bent voor mij – dankjewel hiervoor X

  10. Iemand schrijft dat je geluk hebt gehad, Anne, maar ik geloof daar niet in. Ik denk eerder dat je zo jong als je was er toch een innerlijke kracht in je leefde die je behoede een verkeerde kant op te gaan of je deed terugkeren na verkeerd gemaakte keuzes. Heel graag gelezen Anne!

  11. Ik vind het fijn dat jij mij leest, Peter, en wat je er bij denkt, die innerlijke kracht die mij behoed heeft… dat is iets om bij stil te staan, te meer omdat ik jaren later desondanks een pad insloeg dat mijn krachten bijna te boven ging…

  12. maar….. je bent geworden wie je bent Anne….. Ik weet wel, je leeft niet alleen, je hebt anderen nodig, maar groeien die je het meest vanuit jezelf denk ik. Fijne dagen Anne.

  13. Prachtig beschreven slot, onverwachter dan ik verwacht had. Gelukkig voor jou Anne. Wat een engerd. Tja met de kennis van nu en die van toen. Het had voor jou als die studentenkamer niet vrij was gekomen slechter af kunnen lopen … aan de andere kant denk ik ook stiekem dat je hem een drievoudig knietje had gegeven.
    Maar hoe gehaaid dat soort figuren te werk gaat. Het lezen van hoe hij zich met zijn onderlijf over je heen boog bezorgde mij kippenvel over de herinnering aan de type/steno-leraar die altijd zijn rondjes liep en bij ieder leuk meisje zich diep boog …. de creep …. ook bij mij en dat wij daar ‘stom’ over giechelden in de fietsenstalling en de jongens vonden dat we overdreven …
    Een excuus ik was slechts 16 lentes.

    1. Dat knietje ben ik later gaan geven aan een motorrijder die me de weg blokkeerde op een eenzaam bospad…
      Ja, hoe deze figuren te werk gaan, zo slinks.
      Fijn dat je zo uitgebreid en persoonlijk antwoordt.

      1. Dat ik zo uitgebreid reageer is komt omdat ik steeds weer getriggerd wordt door jouw verhalen.
        Ze lezen ook nog eens heerlijk talentvolle dame!
        Ik lees ze af en toe nog eens, dan kan ik de trigger beter loslaten!
        Liefs,
        Corry

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *